Alles begint met vertrouwen in je aas. Toen ik net begon met karpervissen, dacht ik dat het niet uitmaakte welke smaak of merk je gebruikte. "Aas is aas," dacht ik toen. Of het nu een kruidenbol of een fruitbol was, het leek me allemaal hetzelfde. Maar door veel tijd aan de waterkant door te brengen, ontdekte ik dat dit niet klopt. Hoe meer ervaring je opdoet, hoe beter je leert welk aas goed werkt en welk aas minder effectief is. Een goed voorbeeld hiervan is mijn ervaring op het Kempisch Kanaal. Daar heb ik geleerd dat een zoete bol veel beter werkt. Door de jaren heen heb ik niet alleen geleerd door zelf te vissen, maar ook door gesprekken met andere karpervissers. Je steekt altijd iets op van hun tips en ervaringen. Een keer, tijdens de winter, kreeg ik geen enkele beet op een water waar ik aan het vissen was. Totdat een andere visser me aanraadde om eens met een lookbol te vissen. Ik nam zijn advies ter harte, maakte mijn eigen lookbollen, en binnen korte tijd ving ik mijn eerste vis op dat water. Het zelf draaien van mijn bollen geeft me controle over de samenstelling. Te veel look is niet goed, maar te weinig ook niet. In het begin was het even zoeken naar de juiste dosering, maar uiteindelijk vond ik de perfecte balans. En zo zie je maar: het hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn. In de zomer vis ik vaak met vast aas waar ik vertrouwen in heb. Er zijn zoveel soorten aas beschikbaar, maar uiteindelijk gaat het erom dat je aas kiest waar je echt achter staat. Door veel te testen, kom je erachter wat voor jou werkt. Je leert waarop je moet letten bij het bestellen van aas en vindt uiteindelijk een soort waarvan je weet: "Hier kan ik op vertrouwen." Het is simpel: zonder vertrouwen in je aas vang je niets. Alles begint bij goed aas.